Het is augustus 1945. Japan heeft onverwacht snel gecapituleerd. Nederland wil de controle over Nederlands-Indië terug, maar stuit op verzet van zowel de geallieerden als de Indonesische bevolking. Om in de kolonie toch zo snel mogelijk weer voet aan de grond te krijgen landen op 17 september 1945 de eerste Nederlandse troepen op Java. De groep van honderd bestaat naast gemilitariseerd medisch personeel uit een handvol vrouwelijke soldaten. De vaak piepjonge leden van het Vrouwenkorps van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger moeten zich staande zien te houden in de orgie van geweld die uitbreekt in de pas uitgeroepen Republiek Indonesië.
Met groot verteltalent tekent Jorien Wallast in Saluut Batavia de verhalen op van vijf vrouwen die deel uitmaakten van deze ongewapende legereenheid. De Curaçaose zussen Mimi en Tilly dromen van het eigenhandig bevrijden van Indië. De Leidse studievriendinnen Claar en Betty hebben geheel andere motieven: Claar zoekt haar zussen en Betty wil terug naar haar geboorteland. Tjits wil niets liever dan haar broer Piet terugvinden, die voor de oorlog op Sumatra woonde en van wie ze al jaren niets meer heeft vernomen. Wallast brengt hun verhalen, haast vergeten door de geschiedenis, op epische wijze tot leven.